CD of Accademia Amsterdam, Cantatas around Christmas time of F.W. Zachow
Performed by Accademia Amsterdam, Constanze Backes and Capella Frisiae. Director: Ludger Remy.
More information can be found here. You can order through the web shop.
It seems as if great composers draw a vacuum around themselves. The reality, however, is that Bach and Handel elaborated further on what previous composers presented them. Without those earlier composers they would not have been nowhere.
By: Sjoerd Visser, De Fagot, September 2010
We beleven dat Bach en Handel voor ons genoeg zijn. De Brandenburgse Concerten, de Hohe Messe en de Matthaus Passion scoren uitverkochte zalen, de Water Musick hebben we al helemaal grijs gespeeld en de aria's uit de oratoria van Handel zijn gouwe ouwen. Het domme historische toeval wil wat wij hun voorgangers vergeten zijn en hun muziek niet meer kennen. Toch waren die eerdere componisten geen tweederangs jongens. Maar we focussen op Bach en Handel en doen alsof er verder niets is.
Het is een spannend avontuur om dat eens anders te beleven. We weten dat Bach (1685-1750) in zijn jonge jaren in de leer was bij Buxtehude (1637-1707). Maar het kost mij altijd moeite me voor te stellen wat Buxtehude dan precies aan Bach heeft aangereikt. Het is net alsof er iets ontbreekt, de afstand tussen die twee is te groot. Afgelopen najaar kwam ik erachter wie daar nog tussen heeft gezeten: Friedrich Wilhelm Zachow (1663-1712). Zachow is bovendien enige jaren de leermeester geweest van de jonge Handel (1685-1759). Muziek van deze totaal onbekende sleutelfiguur is uit het stof opgediept door het instrumentale barokensemble Accademia Amsterdam, met name barokhoboïst Onno Verschoor. Hij wist de Duitse dirigent en barokpionier Ludger Remy te interesseren, en samen met het koor Capella Frisiae een sopraan Constanze Backes kwam het tot een eerste uitvoering van vier cantates van Zachow in de Lutherse Kerk in Groningen. Ik ging er blanco, alleen een beetje nieuwsgierig naartoe. Het was een openbaring. En in maart 2010 is ook de CD van deze uitvoering verschenen. Hij heet Zachow Christmas Cantatas. Die titel zal wel marketingstrategie lijn. De vier cantates hebben niets met Kerstmis te maken, ze zijn bedoeld voor andere tijdstippen in het jaar. Maar misschien verkoopt het beter als je er Christmas Cantatas op zet. [Twee van deze cantates zijn wel degelijk gecomponeerd voor de Kersttijd en de andere twee zijn voor "Omni Tempore", dus altijd inzetbaar - red.]
Verder niets dan lof voor deze CD. En misschien begrijp ik nu iets beter waarom deze uitstekende componist zo onbekend is gebleven. Zachow rekende af met de in de vroegbarok gebruikelijke instrumenten zink (trompetachtig houten blaasinstrument met gaten), dulciaan en sackbut (oud type trombone) en liet uit Frankrijk de nieuwe barokhobo, barokfagot en barokhoorn komen. Die introduceerde hij in het ensemble dat hij als organist van de Liebfrauenkirche in Halle om zich heen had. Het betekende wel dat hij zijn partituren in twee verschillende toonhoogtes moest schrijven, A' = 465 Hertz als de gangbare toonhoogte van het orgel. De nieuwe blaasinstrumenten waren echter op A' = ca. 390 Hertz gestemd. Als je dat niet goed in de gaten hebt en alles in dezelfde toonhoogte speelt, wordt het helemaal vals en houd je het voor gezien met de muziek van Zachow. Accademia Amsterdam heeft de beide toonhoogtes in stand gehouden in zijn uitvoering, alleen een beetje aangepast aan de toonhoogte van de huidige barokinstrumenten, A' = 415 Hertz.
Kees Hoek zet in de uitvoering een mooie en heldere barokfagot neer, bescheiden en toch duidelijk aanwezig. Meestal met het orgel in de basso continuo of in een begeleiding onder de barokhobo's. Maar in de cantate Lobe den Herrn, meine Seele heeft hij een obligate partij bij de aria Hast du, mein Jesu, mich nun bis hieher gebracht van de baszanger (track 43). Dit is de meest interessante van de 4 cantates, waarin Zachow vooral baanbrekend werk doet voor de beide barokhoorns,die behalve jachthoorn motiefjes soms ook de melodie van de zanger meeblazen. Dat komt bij Bach en Handel vaker voor, maar zij konden dus voortbouwen op dit pionierswerk van Zachow. De dubbelrieters zijn verder actief in de cantates Meine Seel: erhebt den Herren en Herr, wenn ich nur dich habe. Deze laatste cantate valt op doordat Zachow een harp mee laat spelen, en vanwege de dramatische toonzetting van de tekst. Let eens op wat het koor doet met het woord verschmacht in track 19. Als je goed luistert word je er helemaal ellendig van, en dat is precies wat de tekst wil uitdrukken. In de cantate Preiset mit mir den Herrn is vooral track 27 leuk, waar de viool de wind nadoet terwijl de tenor zingt Unser Zeit ist wie der Wind. Luister maar eens of je er net zo van onder de indruk bent als ik.